Deze 6 (nieuwe) begrippen worden gebruikt in een gepolariseerd debat. Hoe wapen je je?
Nieuwe begrippen sturen en manipuleren jouw debat!
17 Augustus 2024 - Categorie algemeenDebatten lijken steeds scherper, emotioneler én persoonlijker te worden. En, in de loop der jaren zijn er - mede door de sterke polarisering van het debat - belangrijke 'nieuwe woorden' ontstaan die steeds vaker in een debat terugkeren. Sterker nog: het gaat om woorden die door debaters vaak worden ingezet om gesprekken strategisch te sturen of te manipuleren.
Als je deze termen en hun impact begrijpt, kun je je beter voorbereiden op stevige discussies. Daarmee voorkom je dat je onbewust meegaat in retorische valkuilen van de ander, die het debat eigenlijk verstoren.
Of... je kunt deze begrippen zelf gebruiken. Best handig als je gespreksopponent niet zo een scherpe debater is!
In dit blog hebben we de belangrijkste zes nieuwe woorden/begrippen op een rijtje gezet. Doe er je voordeel mee in het eerstvolgende debat dat je voert!
1.
Gaslighting
De definitie:
Gaslighting is een manipulatietechniek waarbij iemand doelbewust probeert om een ander persoon te laten twijfelen aan zijn of haar eigen percepties, herinneringen of verstand. Het doel is om de ander onzeker te maken en de eigen interpretatie van de werkelijkheid op te dringen, vaak om controle of macht te krijgen in dat debat. Dus, het is een truc om je - ongefundeerd - je gelijk te behalen.
Voorbeeld:
Stel je voor dat tijdens een debat een spreker zijn tegenstander verwijt een bepaalde stelling te hebben ingenomen, terwijl de tegenstander dat nooit heeft gedaan. Als de tegenstander zichzelf begint af te vragen of hij misschien toch iets soortgelijks heeft gezegd, hoewel hij zeker weet van niet, dan kan dit een voorbeeld zijn van gaslighting. De spreker probeert zo twijfel te zaaien en de tegenstander uit balans te brengen.
Zo heeft Emma vorige week gezegd dat ze twijfelt aan vaccinaties voor volwassenen. Tijdens een discussie - een week later - zegt Jan tegen Emma: "Je zei vorige week nog dat je pertinent tegen vaccinaties bent." En Jan blijft volhouden dat Emma dat heeft gezegd.
2.
Whataboutism
Definitie:
Whataboutism is een afleidingsmanoeuvre waarbij iemand, in plaats van inhoudelijk te reageren op kritiek of een beschuldiging, wijst op een andere, al dan niet vergelijkbare situatie om zo de aandacht af te leiden van het oorspronkelijke punt. Het doel is vaak om de ernst van het besproken probleem te bagatelliseren door te wijzen op andere misstanden.
Voorbeeld
Tijdens een debat over klimaatverandering wijst Peter op de grote uitstoot van broeikasgassen door de luchtvaartindustrie. In plaats van op dat probleem in te gaan, antwoordt Annelies, de tegenstandster met: "Maar wat doen we dan met al die grote bedrijven in China die nog veel meer vervuilen?" Dit is een typisch voorbeeld van whataboutism, waarbij de originele kwestie niet wordt aangepakt (Annelies reageert niet op het statement van Peter) en de focus wordt verlegd naar een andere, mogelijk ook problematische situatie.
3.
Sneeuwvlokje
Definitie
'Sneeuwvlokje' is een negatieve, neerbuigende of zelfs beledigende term die wordt gebruikt om iemand te beschrijven die als overdreven gevoelig of emotioneel wordt gezien, vaak in de context van het niet kunnen omgaan met kritiek of afwijkende meningen. De term impliceert dat deze persoon zichzelf uniek of speciaal acht, maar in werkelijkheid kwetsbaar is en snel geraakt.
Voorbeeld:
Tijdens een debat over vrijheid van meningsuiting kan een spreker een ander verwijten dat hij een 'sneeuwvlokje' is omdat hij zich beledigd voelt door een scherpe opmerking. De spreker suggereert hiermee dat de ander te snel gekwetst is en niet in staat is om stevige discussie of kritiek te verdragen. Een sneeuwvlokje is dus eigenlijk een vorm van een persoonlijke aanval.
4.
Virtue Signaling
Definitie:
Virtue signaling is het uiten van moreel hoogstaande meningen of waarden, vaak op sociale media of in het openbaar, met als voornaamste doel om een positief imago van zichzelf te schetsen of om goedkeuring van anderen te krijgen. De focus ligt hierbij meer op het tonen van deugdzaamheid dan op daadwerkelijk handelen naar die waarden.
Voorbeeld:
In een debat over milieuverantwoordelijkheid beschuldigt een deelnemer een ander van virtue signaling omdat hij op sociale media veel berichten deelt over duurzaamheid, maar in werkelijkheid weinig doet om zijn eigen ecologische voetafdruk te verkleinen. De spreker suggereert dat de ander vooral bezig is met het projecteren van een positief imago zonder echte inzet voor de zaak. Een goed recent voorbeeld daarvan betrof cabaretier Dolf Jansen, die zich pubiekelijk zéér inzet voor het streven naar een beter en duurzamer klimaat. Hij bepleit regelmatig stevige maatregelen ("Ga minder vliegen!") maar wat doet hij zelf?
5.
'Dat is een hondenfluitje'
Definitie:
Dog whistle politics (politiek bedrijven op basis van 'hondenfluitjes') verwijst naar het gebruik van subtiele, gecodeerde taal in politieke boodschappen die alleen begrepen worden door een specifieke doelgroep. Deze termen of zinsneden lijken onschuldig of neutraal voor het grote publiek, maar hebben een specifieke, vaak controversiële, betekenis voor de bedoelde ontvangers.
Voorbeeld:
Tijdens een debat over immigratie kan een spreker beweren dat een bepaalde politicus zich bedient van dog whistle politics door te spreken over 'traditionele waarden' in een context die door bepaalde groepen wordt opgevat als een oproep tegen immigratie. Terwijl de uitdrukking voor de meeste mensen onschuldig lijkt, heeft het een diepere betekenis voor een specifieke, vaak rechtse, achterban. Een hondenfluitje (dat is een fluitje dat mensen niet horen, maar honden wel!) kan dus heel strategisch in een debat worden ingezet om je eigen overtuigingskracht te vergroten. Wees waakzaam!
6.
Identiteitspolitiek
Definitie:
Identity politics verwijst naar politieke posities die gebaseerd zijn op de belangen en perspectieven van sociale groepen waarmee mensen zich identificeren, zoals ras, gender, religie of seksuele geaardheid. Het benadrukt vaak de ervaringen van gemarginaliseerde groepen en kan leiden tot een gefragmenteerde politieke discussie waarbij groepsidentiteit centraal staat.
Voorbeeld:
Tijdens een debat over verkiezingscampagnes kan een spreker betogen dat bepaalde politieke partijen identity politics gebruiken om specifieke demografische groepen aan te spreken, zoals het benadrukken van LGBTQ+-rechten of raciale gelijkheid, in plaats van een breder, meer inclusief beleid te voeren dat alle kiezers aanspreekt. Het verwijt naar mensen die 'identiteitspolitiek' bedrijven is dat deze mensen specifieke groepen in de samenleving vooral als 'marketingmateriaal' voor hun eigen (overtuig)doelstellingen gebruiken.
Kortom, wees waakzaam!
Maar hoe blijf je waakzaam?
Regelmatig debatteren helpt je deze manipulatieve en polariserende strategieën sneller te herkennen en er effectiever op te reageren.
Wil je je debatvaardigheden verbeteren en leren hoe je deze technieken kunt doorgronden? En, wil je ook beter begrijpen hoe je die technieken in Het Echte Leven kunt toepassen?
Overweeg dan eens om lid te worden van onze debatclub. Dé Nederlandse Debatclub in Amsterdam bestaat sinds 2013 en is intussen gegroeid naar de grootste debatclub van Nederland. Hier oefen je met ambitieuze gelijkgestemden in een veilige omgeving en krijg je de kans om bewuster in discussies te staan. Want uiteindelijk geldt: oefening baart kunst – en scherpte in het debat! Bovendien is het een ongekende impuls voor je zelfverzekerdheid én je overtuigingskracht!
Je bent overigens ook van harte welkom om een keer aan te sluiten bij een gratis kennismakingsdeelname in Amsterdam.
Ja, ik meld me graag aan voor een clubavond of workshop bij Dé Nederlandse Debatclub in Amsterdam
Lees hier ons privacy statement.